top of page

Ambrozijn

  • Foto van schrijver: sarahvdmaas
    sarahvdmaas
  • 9 jun
  • 3 minuten om te lezen

Ooit werkte ik zes weken lang achter de balie van een binnenspeelplaats. Het was een bijbaan in de meest letterlijke zin van het woord. De speeltuin was namelijk gevestigd in een voormalige imkerij, en de historie van het pand ademde uit elke stoffige dakspant. In de schemerige schuur karden kleuters op hommelwagentjes tussen de honingblikken. De geur van waskaarsen en propolis overstemde ruimschoots de koffiedampen uit de serre.

Voor een tientje per uur zetelde ik ochtenden lang achter een getimmerde receptie met een geldkistje, een plakbandapparaat en een computer zonder internetaansluiting, die dan ook geen ander doel diende dan dat ik er in alle rust mijn verhalen op uittikte – want bij 30 graden was er geen Duitser of Zeeuw zo gek om zijn vakantiedag in een muf ruikend krijspaleis te spenderen terwijl hij ook loopgraven aan het Noordzeestrand kon spitten of in allerijl de provincie ontvluchten. Zo bracht ik een heerlijke zomer door met het luisteren naar Radio Tour de France en het lamineren van praktische doch geheel overbodige aanwijzingen als ā€Schuhe ausziehen bitteā€, totdat de uitbaters van het spul er genoeg van kregen en er op een mooie augustusdag met hun betalingsachterstand, het restant van de kas en de noorderzon tussenuit knepen.

Sindsdien heb ik altijd een zwak voor honing gehouden. Niet alleen omdat het bouquet van boenwas me terug transporteert naar de tijd waarin ā€vakantieā€ en ā€werkā€ nog twee kanten van dezelfde medaille waren, maar vooral omdat ik geen product ken dat meer zintuigen aanspreekt dan gerijpte nectar. EĆ©n lepel honing is een wereld in het klein: de zoete geur van lindebloesem, de lome warmte van een heideveld, de kleur van vloeibaar zonlicht op een zomerdag. In de okertinten van kastanje-, klaver- of acaciahoning bloeien de seizoenen een voor een op.

Goede raat is duur. Honing van het Turkse Anzerplateau, die wordt geoogst uit 500 verschillende soorten wilde bloemen, kost meer dan zestig euro per potje. Een fles exclusieve mede –honingwijn die ook wel met ambrozijn, het voedsel van de goden, wordt geassocieerd– gaat voor ruim 175 euro per stuk over de toonbank. Toch wordt het gouden goedje ons in de natuur gratis en voor niets ter beschikking gesteld. De honingbij is niet inhalig. Integendeel: ze deelt meer uit dan ze denkt. Zwervend van bloesem naar bloesem voorziet ze niet alleen haar volk van victualie, maar bestuift ook ongemerkt alle bloemen die ze bezoekt.

Ook de mens is als een werkbij geschapen. Tot nut zijn van de maatschappij schenkt hem een gevoel van innerlijke voldoening; hij haalt zijn nectar uit het bloemhart van zijn bezigheid. Toch twijfelen veel mensen wel eens aan de impact van hun eigen baan. Zo’n 8 procent van de Nederlanders is er, volgens onderzoek uit 2018, van overtuigd dat zijn functie niets bijdraagt aan de maatschappij, en nog eens 17 procent heeft er zijn vraagtekens bij. De Amerikaanse antropoloog David Graeber beweerde zelfs dat 20 tot 50 procent van alle werkzame mensen een lariebaan heeft – of in elk geval die mening is toegedaan. Welk nut heeft een scrummaster voor de samenleving? Kan de wereld niet zonder telemarketeers en powerpointspecialisten?

Gelukkig hangt het nut van ons bestaan niet louter af van wat we doen of laten. Al gaat het leven van een werkbij niet altijd over rozen, de schepping weet zelfs uit distels nog dauw te distilleren. Uiteindelijk gaat het niet om de nectar die je dagelijks naar de korf draagt, maar om het stuifmeel dat je ongemerkt verspreidt. Het beste ambrozijn rijpt nietsvermoedend: in het kielzog van een woord, een wenk, een lach. Je bent een mede-werker zonder het te weten.

Deze tekst verscheen eerder in het RDMagzine van 24 mei 2025

Recente blogposts

Alles weergeven

Commentaires


  • Instagram - White Circle

© 2020 by Sarah van der Maas.

bottom of page